Teutoburger Wald

De Externsteine zijn een bijzonder natuurverschijnsel en zijn de belangrijkste bezienswaardigheid van het Teutoburger Wald. Deze standstenen rotsformatie werd in de ijstijd gevormd toen het gesteente omhoog werd gedrukt. Zo ontstonden er rotspilaren die zo’n 40 meter oprijzen. Dankzij archeologische vondsten weet men dat er in de prehistorie als mensen hebben gewoond in grotten en dat hier religieuze ceremonies plaatsvonden. Delen van de rotsen kun je tegenwoordig beklimmen tegen een betaling. Vanaf de rotsen heb je een mooi uitzicht over de omliggende bossen en het meer.

De canyon van Lengerich is een overblijfsel van een kalksteengroeve. Vroeger werd hier kalksteen gewonnen voor het produceren van cement. Veel steengroeves zijn echter al geruime tijd gesloten en verlaten. Nadat de groeve in Lengerich werd verlaten, liep deze vol met regenwater. Op bepaalde dagen kleurt het water tuquoise. Daardoor heeft deze canyon de naam ‘Blauwe Lagune’. Sinds 1989 is het gebied uitgeroepen tot natuurreservaat. Als je de omgeving wil verkennen, raad ik het aan om de Teutoschleife Canyon Blick te wandelen, een wandelroute van zo’n 11 kilometer.

In 2018 was Bad Iburg een van de locaties waar het Landesgartenschau werd georganiseerd. De Landesgartenschau is een tuintentoonstellins waarbij steden weer aantrekkelijk gemaakt voor de inwoners en toeristen. In Bad Iburg werd er een boomkroonpad gebouwd. Het wandelpad is zo’n 600 meter lang waarbij je tussen de boomtoppen loopt. Langs het pad vind je allerlei interactieve ervarings- en leerstation waarbij je meer te weten kunt komen over de flora en fauna. Vanaf de uitkijktoren heb je een uizticht op Schloss Bad Iburg en het Teutoburger Wald.

De benedictijnenabdij Corvey werd in 815 gesticht en behoort tot de belangrijkste kloosters uit de Karolingische tijd. Karel de Grote gaf opdracht om het klooster te bouwen. Vanuit hier brachten monniken het christelijke geloof naar Noord-Europa. Aan het begin van de 19e eeuw werd het klooster opgeheven. Sinds 2014 staat het klooster op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO.

De Dörnther Klippen zijn misschien iets minder spectaculair dan de Externsteine, maar zijn zeker de moeite waard om te bezoeken. Deze grillige rotsformatie strekt zich uit over een lengte van 4 kilometer en zijn op sommige plekken 20 meter hoog. De bekendste rotsformatie is het ‘Hockende Weib’ (de hurkende vrouw). Als je goed kijkt zie je inderdaad een hurkende vrouw in het gesteente. Om de Dörenther Klippen te bezoeken kun je een wandelroute van 9,3 kilometer volgen die onderdeel is van de Teutoschleifen.

Het Teutoburger Wald leent zich perfect voor het maken van wandelingen. Er zijn verschillende wandelroutes te vinden in het gebied en een aantal hebben de titel ‘Qualitätsweg Wunderbares Deutschland’ gekregen. Dit betekent dat de kwaliteit van de wandelpaden goed zijn en ze een mooie wandelervaring bieden. De Hermannshöhen is de bekendste wandelroute. Deze wandelroute is 226 kilometer lang en wordt onderverdeeld in 13 etappes. Andere langeafstandswandelingen zijn de Hermannsweg (163 kilometer) en Eggeweg (72 kilometer). Er zijn ook voldoende kortere wandelroutes te vinden. De Teutoschleifen bestaan uit acht verschillende routes, waaronder de Dörenther Klippen en Canyon van Lengerich. Op de Winnekindsberg

In het Teutoburger Wald vind je niet alleen bijzondere monumenten en prachtige natuur. Er zijn ook een aantal steden en kleinere steden die de moeite waard zijn om te bezoeken. De studentenstad Paderborn is een verrassend leuke stad met een compact historisch centrum. Osnabrück ligt niet in het natuurgebied, maar is wel een goede uitvalsbasis om het Teutoburger Wald te bezoeken. Met name in de Altstadt vind je een aantal toffe bezienswaardigheden. Historische bezienswaardigheden vind je ook in Detmold en Lemgo. In Tecklenburg kun in het kleine centrum weer genieten van schitterende vakwerkhuizen.